HOME



herkomst
Herkomst van het geslacht Dinnissen




De familie Dinnissen, vastgelegd in deze stamboom komt uit (de omgeving van) Ottersum, nabij Gennep in Noord-Limburg en heeft zich via Overasselt, Rijk van Nijmegen en Wychen verder verspreid.

Inhoud:
1. De landstreek Noord-Limburg in het verleden, klik HIER.
2. Maten en gewichten en jaarrekening van de streek, klik HIER.
3. Hoeve "Derk Dinnissenhof": het "ouderlijk huis" van het geslacht Dinnissen, klik HIER.
4. De eerste bewoners van "Derk Dinnissenhof" en omgeving, klik HIER.



1. De landstreek Noord-Limburg
kent een turbulente geschiedenis zoals uit het onderzoek bleek.

Nadat de graven van Kleef het beheer over dit gebied voerden voor de hertogen van Gelre kwam het gebied ca 1615 in handen van het koninkrijk Pruissen.

In 1647 is Johan Maurits van Nassau stadhouder voor de Pruisische koning Friedrich Wilhelm von Brandenburg.

In 1794 bezet het Franse leger het gebied en in 1802 maakt het deel uit van het Franse rijk.
Het valt dan onder “Département de la Roer, Arrondissement Kleve, Kanton Cranen­bourg

Na het vertrek van de Fransen maakt het deel uit van de Zuidelijke Nederlanden. Tijdelijk, van 1830 tot 1839, valt het nog onder het gezag van Belgie waarna het definitief tot de Nederlanden gaat behoren.

In de documentatie zijn alle sporen van deze opvolgende perioden te vinden zoals blijkt uit een collage van enkele teksten hiernaast.




2. In de periode waarmee we beginnen woonden de mensen nog buitengewoon geïsoleerd.
Vervoer was slechts mogelijk met paard en wagen.

Er was geen elektriciteit (dus: geen radio, televisie, telefoon, koelkast !), geen gas, geen waterleiding en geen riolering. Er waren nauwelijks begaanbare wegen.

Elke streek had zijn eigen tijd (afhankelijk van de zonsopgang) zijn eigen maten en gewichten; Zelfs  het muntstelsel was per streek verschillend.

Hier het voorbeeld van een omrekeningstabel voor maten en munten :

“Diegenen, welke 5 Wellsche Malder op 8 Mud rekenen, komen op de 8 Mud te kort 3 Liters of Koppen.-De oorzaak hiervan is dat  Oude Graafsche Kannen niet volkomen 4 Liters zijn, want een oude Graaf­sche Kan doet 1,3283 Liters, en multipliceert men dit met 3 dan kan men zich zelf daarvan over­tuigen. Berliner Thaler zijn 30 gulden; 30 grosschen is 1 G, 76 4/10 cents”






3. Boerderij "Derk Dinnissenhof" :  het  "ouderlijk huis" van het geslacht Dinnissen

Als Pruisische landmeters met Duitse gründlichkeit, in 1731 het gehele gebied van Gennep en Oeffelt in kaart brengen treffen we in hun opstellingen een boerenhoeve aan, gelegen aan de rand van een enorm onontgonnen heide- en moerasgebied.
In “den Oldung”,een nederzetting even ten noorden van het gehucht Ottersum, ligt de “Derk Dinnissenhof”.
(het is dan ook geen grote verrassing dat een tweetal zoons van veldwachter
Gerardus Dinnissen (geboren 1765) herders waren !)

 De boerderij ligt aan een zijtak van de Niers -  de Dinnissengraaf - en de naam wijst er op dat hier de Dinnissens hebben gewoond, waarschijnlijk al ver vóór 1700. Immers, alleen jarenlange bewoning geeft een boerderij een naam.

 De boerderij was een grote bezitting: in 1731 besloeg deze nog zo’n 20 Morgen dat is ca 17 hectaren, inclusief boerderij, tuin en hof. Zij was toen in het bezit van Herr Von Forell, een hoge ambtenaar van de Pruisische Keizer en werd in 1834 aangekocht door een familie Cöp, die in 2000 nog op die plaats woont (De Aaldonk). De boerderij zelf is in 1952 afgebroken..




4. De eerste bewoners van "derk Dinnissenhof" en omgeving.

Nog voordat de stamboom echt begint, ontdekken we "Dinnissen's" in de akten. Wij vinden echter geen familieverbanden en kunnen ze dus niet plaatsen in onze stamboom.
In 1689 kwam de Aartshertogin van Oostenrijk in deze contreien. Door de
inwoners (boeren) moesten daarbij paarden worden geleverd. Daar komen we voor het eerst de namen tegen van Jan Dinnissen, Goerdt (of Coerdt) Dinnissen en Dennis Dinnissen, of Denißen. Zij krijgen “dienstgelt een ijder voor ijder peerdt”. Vooral de namen Goerdt (Coerdt,Geurd,Godefridus) en Dinnis(Dionysius) verdienen onze aandacht. Zij zijn zeer waarschijnlijk nauw verwant: vader en zoon of broers. Beide namen komen ook in de volgende generaties voort. Jan is waarschijnlijk geen zoon van Geurd want zijn kinderen krijgen niet de naam van zijn ouders.Wel zal het familie zijn, wellicht een broer.
In deze periode duiken wel een zekere Maria en een zekere Petrus op. Zij zijn waarschijnlijk zuster en broer van Geurd. Dit valt af te leiden uit de namen van hun kinderen en de aanwezigheid van grootouders bij de geboorten. Maria is ca 1690 geboren te Ottersum.Zij was getrouwd met Dirk Diricks en hadeen dochter: Johanna, geboren in 1714. Petrus, eveneens geboren circa 1690 is in Wychen getrouwd met Elisabeth Hendriks. Zijn kinderen waren: Hendrikus (1720), Henrica (1721), Dionysius (1729) en Gertrudis 1733).

De naam “Coerdt Denißen” komt ook voor onder de “Rekeninge over ontfanck en uijtgaeff der Armen Renten tot otersum van ‘t jaer 1695 en 1696, bedient door Derrick Moor. (zie foto hieronder). Uit de rekening blijkt dat het Armbestuur in natura ontving “kooren”,  “Boeckweit” “Spurrij” en wel in de maten “malder”, “schepel”en “spint”. Een malder was vermoedelijk de hoeveelheid graan die in één keer kon worden gemalen, een schepel was 1/4 mud, een spint was daarvan weer 1/4 gedeelte

 Bij de uitgaven treffen we aan “voor de doodt kist van den Laemen Jans vrouw”­of “wegens een mld Haver aen den Cürvorstlicken Rent­mees:”
De ondertekening door “de Pastoor ende Nabueren oversien richtigh bevonden Het blijkt dat alleen de pastoor en Court Denisßen konden schrij­ven !

Rond 1731 wordt pacht betaald door Geurd Dinneß  en en Aggenes Roes.
Vanaf Geurd (Gerard) kunnen wij onze stamboom handen en voeten geven: klik HIER om direct naar
Geurd Dinneß en zijn nazaten te gaan.
Kinderen werden traditioneel genoemd naar hun grootouders. Deze beide namen komen  veelvuldig voor in de opvolgende generatie.
Dat zijn sterke aanwijzingen voor een familieband.

Bij twee akten van 8 februari en 12 juli 1741 verkoopt Goerdt Dennissen grond, o.a. in het “Holtzeren Vehn”( het Ven).
In de tweede akte wordt het onroerend goed omschreven, naar ligging: “Haus, ­Torfsch.Kohlgar­ten und beygehoriges Bauland an die sogenante Vehnsche Straße neben Erben Burgemeisters Ebben anderseits Goerdt von Baels Erben ....
Opvallend is dat de grootte van het perceel helemaal niet wordt genoemd !

Het is aardig, even bij een dergelijke verkoop stil te staan.
Het voornemen tot verkoop geschiedde bij “Kirchruf”(in de kerk). De verkoop zelf geschiedde in het bijzijn van de “Schultheis”(schout).

Eerst moest worden bepaald in welke muntsoort moest worden afgerekend: in dit geval was dat “Gulden Clevisch” (Kleefse guldens). Er stond een kaars te branden. Het laatste bod voordat de kaars was opgebrand was het eindbod.. Betaling moet plaatsvinden op het feest van St Jacobus.
De pachter werd, zoals ook nu nog, beschermd “doch den jetzigen Pachter Goerdt
Melsen seine noch darahn habende zwey Jahren Pachtrecht vorbehalten  Alle betrokkenen bij de verkoop ontvingen hun beloning, ook werd aan de armen gedacht.
De “Manschaft”ontving 6 Gulden Clevisch en 3/4 Ton bier !



Weet U aanvullende gegevens of correcties? Ook familiefoto's zijn welkom! Zend Uw opmerkingen naar ons mailadres; klik HIER !
Graag vermelden van het "boom-nummer" om uw opmerkingen te kunnen verwerken.
U vindt het "boom-nummer" op elke bladzijde, rechts boven.



CG
19-1-2015